Deze week stuur ik jullie de nieuwsbrief vanuit Stavanger, Noorwegen. Morgen reis ik met mijn gezin weer terug en kijk ik met dankbaarheid terug op deze trip down memory lane. Van mijn vierde tot mijn achtste jaar woonde ik hier vanwege mijn vaders werk als geofysicus in de olie-industrie, in een bruin houten rijtjeshuisje dat er nog precies hetzelfde uitziet als in 1988. Nou ja, het is nu wel erg vervallen. En kleiner dan in mijn herinnering. Mijn kamertje was rechts boven de 'carport’. En het keek uit over een groot grasveld.
Over de Noren en hun onafhankelijke, wat wantrouwende aard schreef ik deze week een column (die ik later online zal publiceren), waarin ik mij afvroeg of wij Nederlanders daar niet wat meer van zouden moeten hebben.
Wat minder goedgelovigheid en naïviteit, een standje lager met de gezelligheidsdrang, eerlijkheid en directheid. Want je ziet hoe makkelijk die Hollandse eigenschappen zich vervormen naar een functioneel wegkijken, naar directheid over bijzaken, of alleen richting tegenstanders die continue op hun plek gezet moet worden. Terwijl we loyaal, welwillend of onverschillig tegenover de overheid blijven. Het is natuurlijk die enorme olievoorraad hier waardoor de Noren wel drie keer uitkijken voordat ze iets federaals met Europa aangaan, maar het karakter speelt ook een rol. Ze hebben hier niets met de ontwikkelingen in de wereld.
Je ziet het ook in Zwitserland. Waar mensen met weinig zijn en voortdurend in direct contact staan met wildernis, bergen en de elementen. Ze hebben meer aan sociale spaarzaamheid, of beter gezegd met het omgaan met diegenen die ze een winter door kunnen helpen. Praatjesmakers en vreemden zijn leuk in zekere tijden, niet in tijden van crisis. Noren zijn erg op zichzelf en met reden. Zo beschouwd arriveren wij voortdurend in het verkeerde tenue op het slagveld. We kijken wat onnozel om ons heen en denken dat het wapengekletter een misverstand is. Waarom kunnen we er niet gewoon “over praten”?
Voor wie nog meer wil lezen, deze week publiceerde ik hier deze column: De weg door het woud. Het gaat over een onderwerp waar ik nog lang niet over uitgepraat ben, en ik ben blij te merken dat het resoneert.
En tot slot, hier vind je mijn laatste Bakkie uitzendingen ook nog terug. Een heel fijn weekeind!
Tot volgende week!
Scherp en mooi geschreven. Zelfs als de laatste woorden van Willem van Oranje na het feit verzonnen zijn: “...heb medelijden met dit arme volk” zijn ze treffend door de eeuwen heen. Een arme volk in zo veel aspecten. Arm van ziel, arm met tijd, arm met sociale contacten, arm met ambitie voor zichzelf.